woensdag 15 maart 2017

Stemmen

In en rond de jaren negentig deed ik een stuk of tien verkiezingen lang mijn burgerplicht als lid en later voorzitter van een stembureau in een van de grote steden. Mijn eerste bureau was in een katholieke basisschool aan de rand van de stad, het voormalige hoofd der school was de voorzitter van het stembureau. De leden van het stembureau moesten – en moeten dat natuurlijk nog steeds – van alles doen om te zorgen dat iedereen die wil stemmen dat ook netjes kan doen, dat er geen mensen stemmen die niet mogen stemmen, dat de administratie klopt, dat het stemmen geheim is, enzovoort.

Dat geheime stemmen was regelmatig een probleem, want er waren verrassend veel echtgenoten – en niet alleen met een niet-Nederlandse achtergrond – die hun vrouw wilden helpen met stemmen. Ook de voorzitter van het stembureau was graag bereid zwevende kiezers – ik herinner me een bejaarde dame die meedeelde dat ze niet wist wat ze moest stemmen nu haar man was overleden – een handje te helpen door mee te lopen naar het stemhokje, het vrijblijvende advies te geven CDA te stemmen en te zorgen dat dat ook gebeurde. Een ander lid van het stembureau was niet te beroerd om regelmatig te verkondigen dat hij lid was van de VVD, en behalve dat verbasterde hij zorgvuldig elke naam met een niet-Nederlandse achtergrond, tot en met de voornamen Ali en Mohammed.

Een bijna vaste afsluiting van de dag in het stembureau was de verschijning van een verwarde oudere jongere, bij elk weer gekleed in een korte broek en altijd vergezeld van een hond, die twee minuten vóór sluitingstijd, en ook wel eens een minuut erna, in grote verwarring met een vaker gewassen paspoort en zonder kwijtgeraakte stempas langskwam. Een ander vast onderdeel waren ook de oudere heren met een niet-Nederlandse achtergrond die met meer dan het toegestane aantal volmachtkaarten verschenen en die maar moeilijk wilden begrijpen dat er in de kieswet een maximum wordt vermeld. Als ze het wel leken te begrijpen stemden ze volgens de regels maar probeerden ze het een uur later nog eens, nu met een correct aantal volmachten, en wij dan weer uitleggen dat ook zo’n tweede keer niet volgens de regels was.

Een zo’n geval was voor mij de reden om mijn burgerplicht voortaan op een andere manier te gaan uitoefenen. De laatste keer dat ik voorzitter was van een stembureau – in de kelder van een flatgebouw in een probleemwijk – had ik zo’n seriestemmer weggestuurd, maar ook deze kwam terug, en wel met een gemeenteraadslid met een niet-Nederlandse achtergrond, dat begeleid door twee grote heren bij mij verhaal kwam halen, verbaal natuurlijk, maar wel op een onprettige manier. Hij belde namelijk het hoofd van het stedelijke stembureau op en gaf mij zijn telefoon, waarna dat hoofd mij vriendelijk verzocht dat met die volmachten toch maar oogluikend toe te staan. Hoewel ik het niet met honderd procent zekerheid kan zeggen, hoop ik dat ik dat advies niet heb opgevolgd. Ik weet wel dat ik het voorval in het proces-verbaal van de activiteiten van ons stembureau heb gemeld, maar ik weet ook zeker dat ik er nooit iets over heb gehoord.

Zo, en nu maar eens kijken hoe het buurtstembureau in de kerk hier schuin tegenover zijn werk doet.

Ook op Facebook, 15 maart 2017.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.