woensdag 15 november 2017

Leidse puinhoop

Leiden, 12 november 2017



















Het is alweer een tijd geleden dat ik op Facebook op woensdagen ‘Woensdag Ethiekdag’ vierde. Een mens moet ook wel eens wat afstand nemen. Maar de commotie rond de Leidse promotie van Wolkers-biograaf Onno Blom is toch weer zo interessant dat het misschien, met mijn belangstelling voor grensoverschrijdend wetenschappelijk gedrag in het algemeen en dat in Leiden in het bijzonder, geoorloofd is een paar vragen te stellen naar aanleiding van onder andere de berichtgeving in NRC Handelsblad op 10 (‘Commissie wees Wolkersbiografie eerst af’ en ‘“Er zijn vele vormen voor een wetenschappelijke biografie”’ en ) en 11 november 2017 (‘Promotiecommissie zelden vervangen’).

Het verhaal ten overvloede en in het kort: promovendus schrijft proefschrift, promotiecommissie keurt het af, promotor stuurt commissie naar huis, benoemt nieuwe commissie, die keurt proefschrift goed, promovendus promoveert; kort daarna zorgt iemand dat de pers belangstelling krijgt voor de gang van zaken, de academische wereld concludeert dat een vervanging van een promotiecommissie toch wel uiterst uitzonderlijk is, behalve de promotor en de Universiteit Leiden in de persoon van de decaan van de geesteswetenschappelijke faculteit. Die laatste zocht de oplossing in het promotiereglement.

Toen ik voor het eerst van de kwestie van de vervangen commissie hoorde, eind september, dus ruim vóór de promotie, was mijn eerste gang ook naar het promotiereglement, en de conclusie moest al snel zijn dat het vervangen van een promotiecommissie daar niet in voorkomt, en ook niet in enkele andere universitaire promotiereglementen. Dat zou je een maas in de wet kunnen noemen, en de decaan van de faculteit Geesteswetenschappen van de Leidse universiteit maakte daar dan ook dankbaar gebruik van door het goed te vinden dat een promotiecommissie aan de kant werd gezet en een nieuwe werd benoemd. Het is natuurlijk wel de vraag of zo’n maas in de wet alles mogelijk maakt. Er staat ook niet in het promotiereglement van de Universiteit Leiden dat je niet met gebraden kippen mag gooien tijdens een promotie, en toch gebeurt dat weinig. Er staat van de andere kant in het promotiereglement van de Universiteit Leiden ook niets over paranimfen, en toch zijn ze er bij elke promotie, en volgens de redenering van de decaan zou dus ook een gebraden kip paranimf kunnen zijn.

In het promotiereglement staat ook dat de decaan van de faculteit q.q. lid en secretaris is van promotiecommissies, maar hij kan die taak overdoen aan een plaatsvervanger, die hoogleraar moet zijn aan de Leidse universiteit. Deze functie werd, dat is te zien aan de namen van beide commissies die Ewoud Sanders vandaag, 14 november, op Twitter zette, vervuld door de kunsthistorica Kitty Zijlmans. De andere leden waren Sander Bax, Gilles Dorleijn, Rick Honings en Marita Mathijsen. Allemaal zeer competent, maar er zit geen Leidse hoogleraar bij, en dat is op zijn minst vreemd te noemen. Van de tweede commissie maakte Zijlmans geen deel meer uit, zij kon, mocht of wilde dus niet meer. Nu is het Wim Willems, sociaal historicus. Ook in de rest van deze tweede commissie (Jacqueline Bel, Kees Snoek, Michiel van Kempen, Rick Honings), eveneens zeer competent, zat geen Leidse hoogleraar, en dat blijft opmerkelijk. In het aanvankelijke gegis over de leden van beide commissies kwam bij Ewoud Sanders in eerste instantie nog de naam van Peter van Zonneveld voor, die zichzelf in een persoonlijk verslag van de promotie lid van de promotiecommissie noemde. Hij zal de oppositiecommissie hebben bedoeld.

Interessant is de positie van Rick Honings, die lid was van beide commissies. Waarom komt hij niet aan het woord in NRC Handelsblad (waar overigens helemaal geen namen van commissieleden worden genoemd). Het zou interessant zijn te vernemen hoe Honings de overgang van af- naar goedkeuring motiveert. In NRC Handelsblad komt evenmin Yra van Dijk aan het woord, die op de officiële aankondiging van de promotie op de website van de Universiteit Leiden als tweede promotor wordt vermeld. Was zij er ook al bij de eerste aanloop of is ze in tweede instantie toegevoegd? De decaan heeft volgens het promotiereglement die mogelijkheid. NRC Handelsblad constateert dat de eerste commissie ‘hoofdzakelijk uit neerlandici’ bestond en dat er in de tweede commissie meer ‘historisch letterkundigen’ zaten, maar aan de lijstjes van Sanders is te zien dat dat onderscheid niet echt te maken is en dat de krant dus de apologetische argumentatie van promotor en decaan lijkt te volgen zonder naar de specialismen van de leden te kijken. Bij Sanders worden in de eerste commissie twee personen aangeduid als historisch letterkundige, in de tweede slechts een; in commissie 1 zaten nog vier biografen, in commissie 2 één minder.

Waarom de ene commissie het proefschrift af- en de andere het goedkeurde is een academische kwestie. Maar deze hele rammelende gang van zaken was blijkbaar nodig om ervoor te zorgen dat de Wolkers-biograaf kon promoveren op de sterfdag van de schrijver, en dat lijkt mij een onwetenschappelijke motivatie. De biografie moest natuurlijk ook verschijnen op diezelfde dag, en dat betekent dat de commerciële belangen van een uitgeverij en die van een wetenschapper in opleiding – want dat is een promovendus, zeker in dit geval – geplaatst zijn boven de verdiensten van zeer deskundige wetenschappers en ook boven het belang van een correcte en integere beoefening van de wetenschap.

Het zou een leuke kwestie kunnen zijn voor de vertrouwenspersoon wetenschappelijke integriteit van de Universiteit Leiden. Op de aan wetenschappelijke integriteit gewijde pagina van de website van de universiteit wordt gemeld dat het College van Bestuur in april 2013 iemand in die functie heeft benoemd voor de duur van vier jaar. Die termijn liep dus ruim een half jaar geleden af. Zou er al een nieuwe vertrouwspersoon zijn? Ik kan het nergens vinden. Wat de wetenschappelijke integriteit betreft zijn ze in Leiden niet helemaal bij de tijd.

Ik laat het hierbij. Ik had het mezelf overigens gemakkelijker kunnen maken alleen maar deze retorische vraag te stellen: waarom mag een biografisch proefschrift worden begeleid door iemand die geen idee heeft hoe je een fatsoenlijke biografie schrijft? Hoe dat zit had u al een keer gelezen, maar vooruit: http://jangielkens.blogspot.nl/2017/03/het-staat-er-echt.html.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.